top of page

               Lesconcept

 

 

door Emmy Viaene, VIVES campus Brugge, 3BALO.

 

situering

 

In de lessen wereldoriëntatie zijn de kinderen bezig over het Wero-thema ‘Vluchten kan niet meer’.Hierin leren de kinderen over de Tweede Wereldoorlog. In de lessen ging het vooral over de gruwel en het geweld van deze oorlog. Ik wou de leerlingen duidelijk maken dat het ook op een andere manier kan. Ik wilde hen kennis laten maken met ‘de haka’ een rituele dans die uitgevoerde werd in oude Nieuw-Zeelandse stammen en die vandaag de dag nog altijd bij het Nieuw-Zeelandse rugbyteam voorkomt.

 

doelen en concept

  • Algemeen doel: een open kijk verwerven in de hedendaagse beleving van een traditioneel ritueel.

  • Specifieke doelen: de leerlingen …

    • denken na over geweld en maken kennis met een geweldloze manier van uitdagen uit de wereld van de sport.

    • kijken naar hoe het traditioneel uitdagen een nieuwe culturele vertaling krijgt in de sport.

    • verzinnen eigen bewegingen bij een haka en voeren die uit.

 

  • Onderwerp: de haka 

  • Culturele Vaardigheid: waarnemen en verbeelden

  • Cultuurdragers: lichaam 

 

lesontwerp

De haka

eindopdracht

 

 

input

 

 

 

opbouw

  • De leerlingen maken een eigen haka en voeren die battle tegen elkaar uit waarbij ze vooral indruk willen maken op de tegenstander. 

 

  • kijken naar de haka, een Nieuw-Zeelands ritueel dat gebruikt wordt in rugbymatchen. 

  • stistaan bij bewegingen die angst oproepen bij de tegenstander

 

 

instap

De leerkracht vertelt dat oorlogen vaak wreed zijn en dat tegenstanders elkaar bang willen maken. Je tegenstanders bang maken is een strategie dat veel gebruikt wordt. Het hoeft niet altijd in een wrede context te gebeuren. De leerlingen vertellen (eigen) ervaringen waar 'je tegenstander bang maken' aan bod komt.

 

De leerlingen kijken naar een Hakafilmpje.

  • Welke sport zullen de spelers beoefenen?

  • Wat doen de spelers voor ze rugby spelen?

  • Hoe maakten ze indruk op elkaar?

  • Welke taal en bewegingen gebruikten ze hiervoor

    boos kijken, oogcontact maken, stoere bewegingen, 

    krachtige gebaren, ​luide klanken, … 

 

De leerkracht vraagt waarmee ze deze bewegingen

kunnen vergelijken? Waaraan denken ze?

  • een stam die op oorlogspad gaat

 

Ze vergelijken het rugbytafereel met het Maori-ritueel,

de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland en

bespreken de gelijkenissen tussen beide fragmenten. 

 

De leerkracht vertelt aan de leerlingen dat ze zich zullen

verdiepen in het indruk maken op de vijand gebaseerd

op de Maori-cultuur net zoals de haka. 

 

verkenning

 De leerkracht leert de leerlingen een haka aan

en legt de verschillende tekens uit. (>, <, ., -, ---) 

 

---          <         ---          <  

 

KA       MU       KA       MU

 

…           >           .           ---

           ORA TITIKI  PADOWI   JORA      

 

KA = op billen slaan,

MU = armen op elkaar

ORA = handen in de lucht,

TITIKI = één arm vuist, anderen op elleboog slaan,

PADOWI = op borst slaan

JORA = rechterhand op linkerelleboog en omgekeerd.

 

De leerlingen hangen elk 3 stroken papierplakband op hun buik. Ze wandelen door elkaar en op het teken van de leerkracht staan ze stil en zoeken een woord (klank) dat iemand bang kan maken.  

De leerlingen schrijven hun bangmaakwoorden in drukletters op één van de 3 stroken. Alle letters moeten een beetje uit elkaar staan, zodat ze makkelijker de klanken kunnen scheuren.

De bangmaakwoorden moeten te maken hebben met het thema ‘groenten en fruit’.  Zo voorkomen we dat de leerlingen grof worden tegen elkaar en elkaar kwetsen.

 

Alle stukken plakband worden aan de muur gehangen.De leerlingen krijgen even de tijd om 3 stukjes van woorden uit te scheuren, bv. Mu, gesl, a, …

 

Verwerking

  • De leerlingen maken per 4 een eigen haka van 2 lijntjes en oefenen deze in.

  • Ze moeten zorgen dat er genoeg geëxperimenteerd wordt met hun stemgebruik en bewegingen.

  • Daarnaast mogen de leerlingen ook een bepaalde sport kiezen waarin ze hun haka willen uitvoeren. Ze gaan op zoek naar typische bewegingen die bij deze sport past.

 

Presentatie

De leerlingen staan in een vierkant tegenover elkaar, ze voeren een zogenaamde battle tegen elkaar. Wie zich klaar voelt, mag met zijn groep een stap naar voren doen en hun haka uitvoeren.

 

Reflectie

  • Vonden jullie het leuk om een haka te maken en uit te voeren?

  • Wat vonden jullie van deze manier van uitdagen? Had het effect, wat zorgde ervoor dat je schrik kreeg?

  • Vinden jullie het zinvol dat deze Nieuw-Zeelandse traditie nog altijd behouden blijft?

  • Waar vind je nog oude tradities in een hedendaagse vorm? 

 

terugblik

 

  • Zorg dat de leerlingen geconcentreerd blijven en zich niet belachelijk voelen. Een aantal leerlingen zien een dergelijke les als een speeluurtje en beginnen wat rond te lopen en gedragen zich niet.

  • Bij het zoeken naar scheldwoorden is het belangrijk dat de leerlingen binnen een bepaald thema blijven. Het is niet de bedoeling dat ze elkaar echt gaan uitschelden en kwetsen.

  • Laat de leerlingen ook zelf met ideeën en suggesties komen. Zo kwamen de leerlingen bij mij op het idee om hun gezichten te schilderen zoals ze bij de oude stammen deden vroeger. Dit gaf een extra leuk effect en voegde iets toe aan de presentatie van hun eigen Haka. 

 

Bronnen:

project voor de keuzemodule 'muzische vorming' in het Sint-Andreasinstituur, Garenmarkt te Brugge.

Crul, K. (2013). Zeppelin: didactiek voor muzische vorming. Kalmthout: Uitgeverij Peclkmans.

bottom of page